Hier en op onze website ’t Majeur doen we verslag van het bestaan aan boord en onze belevenissen, varend door Europa.

Voor een paar dagen een vaarvakantie bij ons aan boord, zie de website

Als je per email bericht wilt krijgen wanneer we een nieuwe blog toevoegen of de website hebben bijgewerkt stuur ons een mail via,
tmajeur@gmail.com, met als onderwerp "volgen".

vrijdag 20 mei 2011

Antwerpen-Pommeroeul

We zijn inderdaad, volgens plan, op vrijdag uit Antwerpen vertrokken. Om vanuit het Willemdok op de Schelde te komen is hemelsbreed een afstand van niets maar met alle bruggen, wachten op de sluis en de tijd die het duurt voor de sluis om te vullen ( met schepen, 4 grote commerciële schepen en 2 zoals wij) en legen (het water) duurde het ruim 3 uur voordat we echt op weg waren.
van het Willemdok naar de Schelde
Maar toen ging het ook hard, tij mee en dan stroomt het goed in de Schelde.
Wij gingen door de sluis bij Klein Willebroek zodat we daar rustig konden overnachten voordat we de volgende dag weer op de grote vaarroute verder gingen. We moesten ruim een half uur, op het getijde water, wachten voordat we de sluis in konden en dat betekende steeds met de stroom naar achteren gaan en dan weer een stukje naar voren varen, we hadden het echt heen en weer. Klein Willebroek was een leuke plek ( de sluiswachter wilde ons wel een week hebben want het schip beviel hem wel).
aan de kade in Klein Willebroek
Zaterdag zijn we toch verder gegaan en hoewel het Zeekanaal Brussel Schelde een grote doorgaande en commerciële route is zijn we die hele dag maar 2 schepen tegen gekomen en door geen enkele ingehaald, niet erg druk dus.
De tocht ging dwars door Brussel en je weet dat je Brussel binnenvaart als je de Budabrug passeert, een mooie hefbrug die echt een poort tot de stad vormt.
Buda dicht
Buda open
We zijn die dag tot Halle gekomen en op zondag het laatste stuk tot Ronquieres.
Na Halle werd de omgeving groener en landelijker, wel leuk nadat we toch een tijd door industrie en steden gevaren hadden, hoewel ook dat zeker z’n charme heeft.
We moesten wel nog even door de sluis bij Ittre, 14 meter verval, maar als je dan gebruik kunt maken van drijvende bolders wordt dat ineens een eitje. 
het principe van de drijvende bolder, af en toe hapert het systeem even, wel eng
Heel wat anders dan de sluis, waar we slechts 4,5m omhoog moesten maar waar geen geschikte bolders waren en ik dus via een glibberig (want steeds nat) laddertje omhoog moest klimmen om daar vanaf de kant de lijnen omhoog te takelen zodat Michel op het schip kon blijven, brrrrrr dat hoop ik niet vaak te hoeven doen.
Sluis Ittre was wel indrukwekkend, de sluis zag er voor we erin voeren wel groot uit maar als je binnen achterom kijkt als de deuren weer dicht zijn lijkt het of je in een grauwe kloof bent want je ziet alleen lucht en water. Vervolgens pompen ze het vol en dan is het allemaal weer heel vriendelijk als je boven bent en eruit vaart.
Ittre vanaf de noordkant
Ittre als je eenmaal binnen bent
Na enige tijd voeren we een bocht om en daar lag het Hellend vlak van Ronquieres voor ons in alle glorie.
We waren er in 2005 met de auto geweest, waren toen al onder de indruk en hebben sindsdien uitgekeken naar het moment dat we met een eigen schip naar boven konden gaan.
Nou het heeft een paar jaar, heel wat centen en een boel energie gekost maar…………… dan heb je ook wel wat!
Ronquieres als je vanaf het noorden komt aanvaren en dus nog omhoog moet
We zijn de volgende dag naar boven gegaan. Het schip vaart een sluisbak in die vervolgens achter je gesloten wordt. De gehele bak, inclusief kades, lantarens en sluiswachterhuisje, wordt op rails naar boven getakeld. Er is een contra gewicht dat onder de bak door naar beneden zakt, eenmaal boven gaat de voorste deur open en kun je uitvaren.
Het hellings percentage is 6% over een afstand van 1500m en je gaat 70 meter omhoog.
Volgens de informatie op wikipedia staat het op de lijst van GTI (grande traveaux inutile).
uitzicht vanaf 't Majeur richting noorden, tijdens het stijgen

het contragewicht dat onder de bak naar beneden zakt
daar gingen we naar toe
en zo ziet het er boven uit als je achterom kijkt
De volgende dag hadden we onze tweede sluis waar we lang naar hadden uitgezien, de lift van Strepy-Thieu, waarin we weer 76m naar beneden gingen en zo kwamen we over de berg.
Deze lift is heel anders, heel nieuw want pas in 2002 geopend.
't Majeur op weg naar de Grand Ascenceur de Strépy-Thieu, vanuit het noorden
De toren is 117m hoog, 130m lang en 75m breed, een enorm gevaarte in het liefelijke landschap rondom. Er zijn 2 bakken die ieder 1000 ton wegen en met hulp van hun eigen contragewicht omhoog en omlaag getakeld worden. Binnenin kun je de enorme kabels zien die gebruikt worden en je hebt als je vooraan in de lift ligt prachtig uitzicht bij het afdalen.
't Majeur naast de Esme in de liftbak (er ligt ook nog een groot commercieel schip achter ons)
Deze lift vervangt vier prachtige gietijzeren liften, gebouwd eind 19e  en begin 20e eeuw, die samen de 96m overbruggen om van Mons naar la Louviere te komen, hier waren anders 130 sluizen voor nodig geweest. Dit is het Canal du Centre historique of ook Ancienne Branche.
dezelfde lift naar nu aan de zuidkant als je wegvaart
In 2002 is er bij de hoogste van die vier liften, no 1, een ongeluk gebeurd. De deur is naar beneden gevallen op een schip dat er net uitkwam, geen persoonlijke ongelukken wel veel schade aan schip en lift. Sindsdien is de doorgang via deze tak gestremd en is alleen heen en weer mogelijk.
ascenceur no.1
Wij hadden inmiddels kennis gemaakt met Engelsen, die op een vergelijkbaar schip, de ESME (het schip naast ons in de Strépy lift), wonen en varen. Zij lagen ten noorden van de 1e lift, hadden gezien dat er een schip door lift ging en vernomen dat binnenkort de lift weer bruikbaar zou zijn.
Gezamenlijk zijn we via Strépy naar beneden gegaan en via alle kleine sluizen en liften vanaf Thieu weer naar boven.
Om te beginnen moesten we door een heel klein tunneltje naar een sluis, we pasten er echt precies in.
zonnedek 10cm laten zakken en het ging precies de sluis in achter het tunneltje
Omdat we samen met de ESME gingen konden we mooie foto’s van elkaar maken onder andere van boven naar beneden en andersom afhankelijk van wie eerst in de lift
andere kant van de tunnel, in de sluis bij Thieu, zo zie je het niet vaak
en de sluis van Thieu weer uit, foto genomen vanaf ESME, inmiddels boven in de lift
zelfde plaatje nu vanaf 't Majeur, in de lift
Aan het einde van die tocht lagen we dus precies aan de andere kant van diezelfde 1e lift, een heerlijk plekje waar we een paar gezellige dagen gebleven zijn. Helaas werd duidelijk dat de lift pas 24 mei geopend wordt en we zijn dus onverrichter zake weer naar beneden gegaan (ook leuk).
Canal du Centre en de Branche Ancienne
De manier waarop deze liften werken is even simpel als effectief. Beide bakken zijn even groot, even zwaar en werken als elkaars contra gewicht. Als er een schip binnenvaart wordt het gewicht in water vervangen door het gewicht van het schip, vervolgens wordt de bovenste bak (al dan niet met schip erin) middels 2 spuigaten die geopend worden extra gevuld met 30cm water zodat deze bak zwaarder is, zakt en de ander bak omhoog trekt. Beneden worden eerst die 30cm weer geloosd en dan gaan de sluisdeuren open.
Ook als bouwwerken zijn deze liften prachtig om te zien, ze staan niet voor niets op de werelderfgoed lijst en de moeite waard om eens te gaan bekijken, ook als je niet met een boot bent.
't Majeur in de onderste bak





gewicht toevoegen aan  de bovenste bak

de bak gaat omhoog en 't Majeur kan boven uitvaren
Volgend jaar zullen we er mogelijk een speciale vaarvakantie tour voor maken, dan kunnen we namelijk echt rondvaren (laat ons weten als je interesse hebt en hou de website in de gaten).
een van de vele draaibruggen
ESME wacht voor ecluse no.2
Als je via het Canal du Centre historique omhoog vaart zie je beneden het Canal du Centre waar de schepen uit de lift van Strepy-Thieu komen varen omdat ze net omlaag gegaan zijn
zicht van het Canal de Centre historique op de lift van Strépy-Thieu
Weer beneden in Thieu is ESME oostwaarts gegaan en wij westwaarts, richting Kortrijk.
We liggen nu bij een hele grote sluis naar het Canal de Pommeroeul-Condé enn prachtige landelijke plek waar we al langer zijn dan we dachten omdat we hier lekker op en rond het schip bezig kunnen zijn.
Dat we hier zo mooi kunnen liggen is eigenlijk heel bizar. De sluis is begin van een veel kortere route, dan nu, naar Frankrijk vanaf het Canal du Centre en  dus commercieel zeer interessant. De Belgen hebben er veel geld in gestoken, het is een grote sluis, met een verval van bijna 14 meter. Helaas is zo’n 20 km voorbij deze sluis de Franse grens en de Fransen zijn niet bereid zelf geld te besteden aan het bevaarbaar maken/houden van hun deel van het kanaal, zij willen dat Europa dat betaalt en deze touwtrekkerij duurt nu al jaren.
Vanmorgen hoorde Michel van de sluiswachter, die wel regelmatig aanwezig is, dat er nu sprake is van opening van de doorvaart over vier jaar; wie weet vooralsnog levert het ons een mooie ligplaats op.
aan de steiger voor de Ecluse de Pommeroeul
We zijn vlakbij Frankrijk en dat is al aan van alles te merken, zoals lekkere baguettes die we ’s morgens op het fietsje bij de boulangerie halen, mmmmmm.
Dit is het voorlopig weer, we hopen dat we over een paar weken over de Somme kunnen gaan varen, daarvoor hebben we wel genoeg water onder het schip nodig en dat zou nog wel eens een probleem kunnen worden. We zien wel tegen de tijd dat we daar zijn en in het volgende blog meer hierover.

maandag 2 mei 2011

Dordrecht-Antwerpen



We zijn vrijdag ipv donderdag vertrokken uit Dordrecht, de bestelde verf liet iets langer op zich wachten, wat we helemaal niet erg vonden want Dordrecht is erg leuk. Het beviel ons zo goed dat we zelfs een ligplaats hebben aangevraagd, we zien wel wat er van komt.
Het watertappunt op de kant was kapot in Dordrecht dus kwam speciaal voor ons de waterboot naar de haven om onze tank te vullen. Zij voorzien de grote jongens die op de rivieren varen en hun slang was eigenlijk te groot voor onze vulopening waardoor het vullen heel lang duurde.

D.W.D= Dienst Waterboot Dordrecht
Het tochtje naar de Biesbosch is heel fraai en je komt langs een paar prachtige gebouwen die aan de rand van Dordrecht staan en ook langs de ark van Noach. We hadden er wel van gehoord maar nooit eerder gezien, het ding is echt enorm groot, we moeten er beslist ook nog eens binnenin gaan kijken.

de ark van Noach
Hoewel we de intentie hadden een paar dagen in de Biesbosch te blijven zijn we na 1 nacht toch door gevaren, op de terugreis gaan we weer door de Biesbosch maar dan aan de oost kant. De waterstand was laag, we liepen al snel vast omdat de zandplaten ‘lopen’ en je dus niet precies op de kaart kunt zien hoe de dieptes liggen, bovendien bleek een ligplaats ook niet zo makkelijk te vinden. Het was erg onrustig varen en waarschijnlijk is de andere kant voor ons makkelijker doorgankelijk.
We hebben wel, met het kleine bootje, een tochtje naar het Biesboschmuseum gemaakt, heel leuk en de moeite waard.
Panache was helemaal gelukkig dat Edje (zo heet de rubberboot) weer te water was want dat is toch zijn absoluut favoriete plek.
de favoriete plek van Panache
Van de Biesbosch zijn we eerst een nacht je naar Willemstad gegaan, een klein vestingstadje dat ons zeer aan Naarden deed denken en ivm de paasdagen en het mooie weer was het er heel erg druk, snel weer weg dus.
In plaats van de route naar Antwerpen te vervolgen hebben we een uitstapje naar het Grevelingenmeer gemaakt.
We hebben vroeger heel veel vakanties door gebracht op Schouwen-Duiveland en we kwamen dus op bekend terrein maar nu vanaf het water. Er zijn daar niet veel ligplaatsen voor grote schepen maar in de werkhaven van Bommenede bij Zonnemaire pasten we prima en laten we nou net vrienden in Zonnemaire willen opzoeken.
in de werkhaven van Bommenede
We lagen er prachtig, na de Pasen helemaal alleen, alleen kwam af en toe de kotter Bru 6 een paar kratten met oester afzetten.
de BRU 6 vaart weer uit
Zelfs naast ons schip konden we oesters zien groeien te midden van alle kwalletjes die daar zwemmen. Het water is er zo helder dat zelfs met onze simpele camera daar foto’s van te maken waren.
zo ziet een kwalletje er wel mooi uit
oesterbankje bij de boot
We dachten dat er rond het schip veel kwallen (hele kleintjes) waren maar later in de sluis dreven er grote roze kwallen wolken. Dat hebben we nog wel gemerkt want de wierpot (waar het koelwater voor de motor doorheen gaat) bleek tijdens het varen geheel verstopt, naar later bleek met een dikke laag kwallen slijm, gelukkig hebben we een tweede wierpot dus konden we gelijk overschakelen.
grote roze kwallen wolken
Donderdag de 28e zijn we toch weer richting Antwerpen gegaan met eerst nog een tussenstop in Tholen.
De tijd daar is nuttig besteed want op de kade kon ik mooi alle plantenbakken verpotten, de viooltjes waren nu echt uitgebloeid, zeker nadat ik ze per ongeluk had begoten met het brakke water uit de Grevelingen, oeps vergissing!
Net als de ramen die ik lekker schoon gespoten had en waar je de volgende dag helemaal niets meer door kon zien om dat er een waas van zout opzat, nu ja al doende leert men -:)
tuinieren in Tholen
Bovendien moest ik vrijdag natuurlijk wel even televisie kijken naar alle jurken en hoedjes in Engeland, dat waren er wel weer even genoeg dus op Koninginnedag heb ik het maar overgeslagen.

Zaterdag zijn we weer verder gegaan en zaten al snel op het Rijn-Schelde kanaal, na het rustige Zeeland waar wij tussen de kleine bootjes groot waren weer tussen de beroepsvaart.
Er was een heel lang stuk waar niet mocht worden ingehaald en hoewel wij zo'n 14km/u gingen hadden ze achter ons graag harder gewild. Het was net als vroeger: de Deux Cheveaux was de snelste auto want die reed voorop
't Majeur geeft het tempo aan
een va et vient bij de Kreekraksluis
In de Kreekraksluis kwam achter ons een schip met nog een bak aan zich vastgebonden waardoor hij echt precies paste in de sluis, het schuurde langs de kanten. Het volledige schip was afgeladen met auto’s en als je dat dan later voorbij ziet komen realiseer je je goed hoeveel vrachtwagens op de weg dat scheelt, dat pleit voor vervoer over water.
hoeveel vrachtwagens?
Wat ik wel grappig vond was de speelplaats die achterop het dek gemaakt was, een hele grote kooi met een speelhuis een paar stoelen en een zandbak, zo is het leven aan boord met kleine kinderen.
gevangenis of speelplaats?
En toen was het moment daar dat we daadwerkelijk voor het eerst met ’t Majeur over de grens gingen. Raar misschien maar we vonden het toch echt een memorabel moment, het is dat we niet drinken tijdens het varen anders hadden we zeker de champagne laten knallen.
Het stelt niets voor maar is voor ons een mijlpaal en heéééél anders dan met de auto de grens over. De grens wordt gemarkeerd door een stoplicht aan beide zijden van het water en gelukkig stonden ze allebei op groen anders hadden we daar toch mooi voor joker gelegen. Geheel gepast hebben we het Amsterdamse vaantje nu vervangen door een Belgisch en straks het Franse vaantje.
het stoplicht gaat op rood, het stoplicht gaat op groen, in België is altijd wat te doen
Ik heb in dit blog al een paar keer vermeld dat wij regelmatig onder de indruk zijn van de grote jongens om ons heen, hoewel het wel een beetje begint te wennen blijft het wel spannend. Nou, nu hebben we ze écht meegemaakt!
In het havengebied van Antwerpen, heel groot dat begint al bij de grens, varen de echte zeeschepen, volledig opgetast met containers en daar laveren wij tussen door. Op de Waal waren het vooral lange lage schepen en een paar lagen containers, hier zijn de schepen zelf al heel hoog en groot en dan ook nog die containers.

oei oei ,dat is echt groot
We liggen nu in het Willemdok in Antwerpen, een leuk deel vlakbij het centrum en heel erg in ontwikkeling. Als we over een paar jaar terug komen is het hier vast heel trendy. We werden door de havenmeester  naar een plekje gebracht waarvan hij zich afvroeg of we er wel in  zouden passen, we hebben inderdaad nog geen meter speling en de vlaggenmast past er niet meer in. Hij vroeg mij of mijn man wel kon sturen en op mijn bevestiging zei hij: “allee, dan proberen we het maar”. Later hoorden we van iemand anders dat hij had gezegd “die weet wat sturen is”. Michel is tevreden en ik zo trots als een pauw.
Vanaf onze ligplaats hebben we prachtig uitzicht op het MAS, Museum aan de Stroom, een geheel nieuw gebouw en het museum gaat helaas pas volgende week open. Het is een mooi gebouw vind ik, alhoewel bij de Antwerpenaren omstreden, maar ja ik woon hier niet. Op de fot kan je het niet zien maar de glas partij is golvend en lijken net grote orgelpijpen, op de muren zijn een heleboel kleine handjes aangebracht (symbolisch voor alle particuliere sponsoren). Wat ik er zo over gelezen heb is het denk ik wel de moeite waard om naar toe te gaan.
We hebben Antwerpen al verkend op de fiets, leuk want je ziet toch weer ander delen dan lopend, maar ai wee die kaseien!
Willemdok in Antwerpen met het MAS op de achtergrond
 Vrijdag gaan we hier weg, rekening houdend met het tij zodat we stroomafwaarts over de Schelde gaan tot het punt waar wij richting Brussel gaan.
Het volgende blog na het Hellend vlak van Ronquieres en Strepy-Thieu, weer een mijlpaal.